Het belangrijkste wijngebied van de regio Castilla y León ligt ten noorden van Madrid en ten zuiden van Rioja, aan de rivier de Duero. De rivier stroomt naar het oosten en gaat onderweg dwars door Rueda. In Portugal wordt de rivier de Douro genoemd. De oppervlakte van Ribera del Duero is vijf keer kleiner dan die van wijnstreek Rioja. Het wijngebied heeft sinds het begin van de jaren ’80 een enorme ontwikkeling doorgemaakt en de wijnen behoren tot de mooiste van Spanje. Het gebied trekt veel wijnmakers uit andere delen van het land aan die hun geluk graag in Ribera del Duero komen beproeven. De favoriete druif is net als in Rioja de tempranillo, om precies te zijn een kloon daarvan, die hier tinta del país of tinto fino heet. De wijngaarden liggen op grote hoogte, tot wel negenhonderd meter. Het klimaat is bar met koude lange winters, korte hete zomers en weinig neerslag, waardoor grote opbrengsten per hectare niet gebruikelijk zijn. Het groeiseizoen is betrekkelijk kort en het verbouwen van druiven brengt dan ook de nodige risico’s met zich mee. Voordeel van het klimaat is dat ook in de zomer de nachten koel zijn, hetgeen voor verfijnde, intense aroma’s in de druiven zorgt. De druiven worden ’s nachts geoogst; deels mechanisch en deels met de hand. Na een lange maceratie wordt een natuurlijke bezinking uitgevoerd om de start van de fermentatie te verzekeren en om de most levend en zonder onzuiverheden te houden. Spontane fermentatie met rijping op de lie (dode gistcellen) en voor meer complexiteit wordt er 5% houtgerijpte Verdejo toegevoegd.

Intense en verleidelijke neus, dit is Verdejo 2.0! Typisch grassig met geuren van bloemen, venkel, citroen en appels. Maar ook het frisse van pepermunt en het rijpe van abrikoos. Frisse, zachte aanzet. Mondvullend, maar buitengewoon sappig en elegant. Voldoende complex met een klein bittertje. De zuren zijn fijn en absoluut niet scherp. Een behoorlijke en smakelijke afdronk die doet verlangen naar culinair tegenspel. Goed inzetbaar bij vis met een hoog en gezond vetgehalte: haring en tartaar van zalm bijvoorbeeld of salades (met geitenkaas), maar ook bij een paella met zeevruchten, zacht gegaarde polderhoen, gekookte mosselen en langzaam gegaarde slakken